Drie keer maakt Gijsbert Heeck uit Bunschoten als scheepschirurgijn in dienst van de VOC een reis naar de Oost. Na twee reizen in 1636 en 1641 vestigt hij zich als chirurgijn in zijn geboorteplaats. Zware tegenslagen in zijn persoonlijk leven doen hem besluiten zich weer te melden bij de VOC. In 1654 monstert hij aan op het schip Verenigde Provinciën voor de kamer Zeeland. Joost, zijn negenjarige oudste zoon uit zijn eerste huwelijk, mag met hem mee. Terug naar de Oost bevat het verslag dat Gijsbert Heeck bijhield tijdens deze reis.