De leerzame belevenissen van een echtpaar met twee jonge kinderen dat in een onbezonnen bui een zeilboot koopt - het Swarte Schaep - en er door schade en schande mee leert omgaan, zonder om te gaan. Daarbij maken ze alles mee dat beginnende watersporters overkomen kan, behalve brand, zeeroof en - op een haar na - muiterij.

Hun ervaringen, die vlot en met humor beschreven worden, (‘schuttingwoorden ontstaan niet op maar tijdens een schutting) leiden tot de conclusie dat alle varensgasten een beetje gek zijn.

Aan het eind van het boekje vraagt de schrijver zich weemoedig af 'of er nog leven is na de boot'.

Een leuke aanvulling van de scheepsbibliotheek en een hart onder de riem voor verwaaide, gestrande of aan lagerwal geraakte schippers, maar vooral voor hun medeopvarenden.